In het voorjaar stond ik op de Gezondheidsbeurs in Utrecht voor de Neoquartz matrassen. Ik werd zo vriendelijk benaderd met de vraag of ik in september wilde collecteren voor de brandwondenstichting, dat ik ja zei. Waarom ook niet. Ik wil best een paar avonden vrijmaken voor het goede doel.
Ik heb ervoor gekozen niet te doneren aan grotere organisaties; ik steun liever kleinere, lokale, bekende initiatieven zodat het geld minimaal aan de strijkstok blijft hangen.
Wat me ook niet aanspreekt zijn de collectes waarbij je alleen vaste donateur kunt worden en er maandelijks afschrijvingen gedaan worden. Dan moet je zelf weer gaan opzeggen en dat is me te veel poespas. Ik kijk het liefst in het moment of ik wel of niet geef.
Kortom, ik zeg best vaak nee aan de deur. Ik blijf altijd vriendelijk en ik spreek meestal mijn waardering uit dat deze mensen zich voor een goed doel inzetten. Nu zou ik zelf op de stoep gaan staan. Hoe zou dat zijn?
De coördinator van de Brandwondenstichting was een vriendelijke man die als brandweerman met de brandwondenstichting in aanraking was gekomen. Met de collectebus kun je contant geld geven of via een Q-code 2 euro doneren. Er zijn collectebussen in ontwikkeling waarmee je contactloos kunt betalen.
De beste tijd om mensen thuis te treffen is rond etenstijd en voor het donker wordt; daarna doen veel mensen niet meer open. Aan mij de uitdaging om goed in mijn eigen energie te blijven en de reacties vooral niet persoonlijk op te vatten.
Ik had van tevoren gemediteerd en gezorgd dat ik er leuk en fris uitzag. Toch leuk als je de voordeur opendoet en er een vrolijke vrouw voor de deur staat. Ik besefte dat ik een uitnodiging gaf. En uitnodigingen mag je accepteren of niet. Je bent niet verplicht om te geven. Ik kon voelen dat ik er geen enkel oordeel op had als iemand nee of ja zou zeggen.
Ik ging oefenen om het niet als persoonlijk falen op te vatten als iemand nee zou zeggen.
Ik besefte ook dat mensen geïrriteerd konden reageren; zit je na een lange dag werken net met elkaar aan tafel te eten, gaat de bel weer…Ook dat is oké.
Ik heb twee avonden drie uur collecte gelopen en ik vond het hartstikke leuk! Je doet iets heel concreets en je maakt van alles mee. Veel mensen hebben in de gang een bakje met kleingeld (wat ze uit hun portemonnee kiepen omdat die anders te zwaar wordt) voor collectes. Sommige mensen hadden me al in de straat zien lopen en hadden al geld klaar gelegd. Mensen met kleine kinderen grijpen de situatie aan om hun kinderen iets te leren over geven aan goede doelen. Sommige mensen doen veel moeite om losse munten te vinden: er wordt naar spaarpotjes op zolder gerend; mensen lopen naar de auto om geld te halen uit het potje met parkeergeld; sporttassen worden geleegd op zoek naar muntjes. Tieners die zeggen dat hun moeder niet thuis is en dan bedenken dat ze zelf iets kunnen geven en iets gaan halen. Mensen die ‘vandaag niet’ geven. Mensen die me bedanken. Mensen die geen enkel muntgeld konden vinden. Mensen die zich verontschuldigen dat ze niet zoveel geven (in hun eigen ogen). Mensen die de deur niet opendoen en achter de vensterbank wegduiken.
Ik vond de meeste mensen erg vriendelijk en vrijgevig! Er is een boel ellende in de wereld, maar er zijn gelukkig ook heel veel mensen die goede intenties hebben en daar word je op zulke avonden weer aan herinnerd!
Hoe zit het met de spirituele kanten van collecteren? Van geven? Aan goede doelen?
Als collectant is het belangrijk om geen oordeel te hebben op het wel of niet geven van degene bij wie je aanbelt. Als je geeft, maakt dat je geen goed mens. Andersom maakt niet geven je geen slecht mens. Je hebt een uitnodiging voor iedereen. Als collectant geef je jouw goede doel jouw inzet.
Onbaatzuchtig geven of iets doen voor een ander, doet je goed. Innerlijke groei komt van binnenuit op alle dimensieniveaus en ontstaat als je onbaatzuchtig vanuit jouw kwaliteiten uitdeelt of geeft. Dus vanuit onvoorwaardelijke liefde, zonder verwachtingen. Dat kan een heling geven zijn, maar het kan ook zijn dat je boodschappen doet voor je zieke buurvrouw. Of dat je met de collectebus rondgaat. Of dat je geld aan een goed doel geeft.
Je vindt dit principe terug in allerlei culturen en religies. In het Oude Testament stond een wet die bepaalde dat elke Jood tien procent van zijn inkomen moest afstaan aan de priesters en armen; tienden betalen. Op internet vind ik discussies in de christelijke gemeenschap die gaan over het al dan niet (moeten) geven volgens deze wet.
Aristides van Athene zei: ‘Wie iets heeft, deelt vrijelijk uit aan wie niet heeft. Als er onder hen iemand behoeftig is en zij hebben onvoldoende om erin te voorzien, dan vasten zij twee of drie dagen zodat ze hen wel van voedsel kunnen voorzien.’
Wereldreizigers kennen veelal de gastvrijheid in arme landen; als ze bij mensen op bezoek komen, wordt alles gedeeld, zelfs als er niet veel te eten is. Het wordt gedeeld. Dat is pas gastvrijheid.
Het gaat om eenheidsbewustzijn, afstemming op het grotere geheel. De Maya’s duidden dit aan met In L’akech. Dit betekent ‘ik ben de andere jij’. Als je die werkelijk gaat voelen en beseffen, ga je heel anders naar andere mensen in de wereld kijken. ‘It could have been you.’
Hoe zit het dan in tijden van crisis? Wat als je gewoon echt minder geld hebt? De uitdaging is om ook in de lastiger tijden de stroming in jezelf en je financiën te houden. Het slechtste wat mensen in een crisis kunnen doen is alles oppotten. Dan verdwijnt de stroming en uitwisseling helemaal.
Besef dat je op allerlei manieren iets voor een ander kunt doen. Dat hoeft geen geld te kosten.
Tot slot een verhaal dat me altijd bij is gebleven; over vooroordelen en onbaatzuchtig geven.
Een vrouw kwam bij de supermarkt en zag hoe een jongeman bij een fiets aan het rommelen was. Ze voelde zich niet op haar gemak. De jongeman werd aangesproken door een zwerver die om geld vroeg. De jongeman vroeg waar hij het geld voor nodig had. De zwerver antwoordde dat hij honger had. De jongeman en de zwerver verdwenen in de supermarkt om even later met een zak krentenbollen, fruit en drinken weer naar buiten te komen. Hoe eenvoudig kan het zijn om je medemens te helpen.
Onbaatzuchtig geven is fijn; de meeste mensen worden er heel blij van!