Ik en de ander. Het blijft voor veel mensen een eeuwig spanningsveld; of je nou alleen woont en single bent of samenwoont en in een relatie zit. Van de lijn met aan de ene kant ‘ik’ en aan de andere kant ‘de ander’ kunnen we veel leren. Ik ben in beiden ervaringsdeskundig.
De valkuil in relaties is om je teveel in de ander te verliezen, teveel te versmelten, jezelf teveel weg te geven en te weinig ruimte voor jezelf te maken. Je bent verliefd, je wil geen confrontaties. En speciaal voor de moeders onder ons is die kuil nog wat groter en dieper gemaakt: jezelf wegcijferen voor de kinderen.
De valkuil van op jezelf zijn, is dat je in dingen kunt blijven hangen, ronddraaien en in de zwaarte komt. Dat je teveel op je eigen spoor zit en te weinig op anderen afstemt. En hoe vermoeiend is het dat alle initiatief uit jezelf moet komen.
Als je alleen woont, heb je soms behoefte aan contact. Daarvoor moet je dan in actie komen en een en ander regelen. Ik vond het lastig altijd alles te moeten plannen. Stond er een afspraak, dan had ik pech als ik net die dag geen puf had. En had ik spontaan iets te vieren, dan lukte het vaak niet om iemand te vinden die op dat moment mee kon vieren. Vermoeiend dat alle actie en initiatief uit mezelf moest komen. Als je niets doet, gebeurt er letterlijk en figuurlijk niets. Tegelijkertijd kon ik me niet voorstellen hoe meerdere mensen met elkaar in een huis woonden; zoveel geluiden en actie om je heen. ‘Ik word stapelgek dacht ik’ als ik ooit in zo’n situatie kom.
Inmiddels ben ik tien jaar getrouwd en heb ik twee kinderen. Tijd die ik alleen thuis ben, is uniek en moet gepland worden. Er gebeurt van alles om me heen en er komt van alles op me af dat ‘moet gebeuren’. Daar hoef ik niets voor te doen. Maar kom ik nog toe aan de dingen die werkelijk voor mij belangrijk zijn? Hoe stem ik dat af? Ga ik me schuldig voelen als ik iets voor mezelf doet?
Mijn man is op dit moment met de kinderen in de dierentuin. Het was een oefening om me niet schuldig te voelen dat ik niet mee ben gegaan, want zoveel doen we ook niet met zijn vieren samen. Toch voel ik dat ik deze tijd voor mezelf hard nodig heb.
Hoe ingewikkeld is het om een huishouden draaiend te houden, voor de kinderen te zorgen en jezelf niet te verliezen. Kleine kinderen verzorgen is zwaar, want er wordt voortdurend een beroep op je gedaan en zelfs als je eigenlijk niet meer kan, moet je zorgen. Dan gaan de kinderen naar school en op clubjes, maar ze kunnen nog niet zelfstandig ergens naar toe. Dat is de taxi fase; een grote logistieke operatie om alle clubjes, boodschappen rond te krijgen. En ook al werken moeders samen, het is een uitdaging om in je rust en centrering te blijven als je van hot naar her vliegt.
Als de kinderen in de puberteit zitten, zal je er weer op een andere manier moeten zijn en hebben ze anders je aandacht nodig.
Door beiden kanten van ‘samen en alleen’ in mijn leven uitgebreid te ervaren, besef ik dat het eigenlijk niet veel uitmaakt of je alleen woont of met anderen. Of je nu wel of geen relatie hebt. Je hebt allemaal te maken met issues die op hetzelfde spectrum zitten. Je ervaart alleen de andere kant.
En dat is de oefening waar we voor staan. Door de polariteit, dat wil zeggen beide kanten, te ervaren kunnen we in de heelheid komen. Dat is groei. Dan kom je bij leven in het nu, bij overgave, bij onvoorwaardelijke liefde.
Overgave dat het nu is zoals het is. Overgave is acceptatie. Acceptatie helpt in alle fasen. Besef dat dit thema altijd speelt in je leven ongeacht je situatie. Iedereen kent het. Het is normaal. Zodra je in de weerstand schiet, verkrampt je lijf. Zodra je het in je hoofd als ‘probleem’ of ‘zwaar’ of ‘ongewenst’ bestempelt, komt er lading op. Zodra de mind er iets van gaat vinden, ontstaan de problemen.
Dat is waar leven in het nu over gaat. Dus als ik een middag drie uur heen en weer aan het rijden ben, laat ik dan kijken hoe ik dat zo leuk mogelijk kan maken voor mezelf.
Je kunt het niet goed of fout doen. Het gaat erom hoe jij je in een bepaalde levensfase voelt. Dat je erkent dat het voordelen heeft, maar ook erkent dat het nadelen heeft. Dat het een continuüm is waar je in de ene levensfase meer aan de ene kant zit en in een andere fase meer aan de andere kant.
Verandering is een constante. Je bent nu al niet meer degene die je een uur geleden was. Je hebt immers al weer ervaringen op gedaan en conclusies getrokken, bewust of onbewust. Je mag bewegen en leren en schuiven op dit continuüm.